Terschelling

Terschelling is het middelste waddeneiland en ligt tussen Vlieland en Ameland. Terschelling (Skylge in het Fries) is ongeveer 30 kilometer lang en gemiddeld 4 kilometer breed. Terschelling wordt aan de noordkant begrensd door de Noordzee en aan de zuidkant door de Waddenzee.

De dichtst bij zijnde haven aan de vaste wal is Harlingen. Deze haven­plaats ligt hemelsbreed ongeveer 25 km van Terschelling en via de vaargeulen circa 35 km. De verbinding met het vaste land wordt onder­hou­den door de diensten van de rederij Doeksen BV. In de gewone dienst tussen Harlingen en Terschel­ling vaart de veerboot Friesland. De vaartijd is ongeveer twee uur. Naast de gewone dienst is er op het traject Harlingen-Ter­schelling ook een sneldienst. De vaartijd met de snelboten Tiger en Koegelwieck bedraagt circa drie kwartier. Op sommige diensten wordt ook het buurei­land Vlieland aangedaan. Sinds 2008 is er ook een nieuwe veerdienst actief: EVT.

Sinds eeuwen heeft de mens de lig­ging van Terschelling benut. In vroegere dagen beschutte de Dellewalbaai – de enige natuurlijke baai van Nederland – de vissers- en handelsschepen tegen storm en slecht weer. Tegen­woordig weten duizenden watertoeristen zich veilig in de prachtige passantenhaven. Ook het eiland zelf met zijn unieke sfeer, natuur en landschap is erg in trek bij toeristen. Daarmee zijn drie belangrijke pij­lers van het eiland genoemd: de zee, het toerisme en de natuur.

De bijzondere combinatie van een strandwal en de daar achter gelegen kwelders maken dat er een unieke variatie aan landschappen bestaat. Het natuurschoon op Terschelling is het product van de samen­werking tussen mens en natuur. Zonder het opwerpen van de Stuifdijk ten oosten van Oosterend zou bijvoorbeeld het Euro­pees Natuurre­servaat De Boschplaat niet zijn ontstaan. Ook de prachtige bossen en het elzensingel-gebied zouden er zonder de mens niet zijn geweest, terwijl het Terschellin­ger product de ‘cranberry’ zonder menselijke bemoeienis niet zo goed wortel had kunnen schieten.

De polder is het resultaat van de agrarische bedrijvigheid. Een wijds en open gebied waar het menselijkgebruik en de natuurwaarden goed op elkaar zijn afgestemd. Tevens is de polder een van de vogelrijkste gebieden in Nederland. Het eilandklimaat is, en maar weinigen weten dat, niet Neder­lands. Gemiddeld schijnt de zon op het eiland tweemaal zo vaak als in de rest van Nederland. Er is ook meer wind, dat moet er eerlijkheidshalve bij gezegd worden. Maar die laat regenbuien snel overdrij­ven en geeft het eiland haar schone lucht.

De langzaam veranderende temperatuur van het Noordzeewater is het hele jaar door merkbaar. De winters zijn zacht en sneeuwrijk. Het voorjaar is zonnig en groeizaam. De zomer koeler dan op het vaste land maar met veel zon. De herfst is lang met een prachtige lauwwarme septembermaand en mooi en geurig tot in oktober. Pas de novemberstormen maken daar een einde aan.

Busmaatschappij Arriva onderhoudt een dienstregeling op het eiland. Dagelijks rijden er geregeld bussen van West-Terschelling naar West aan Zee en Oosterend en v.v. Een deel van deze busdiensten sluit aan op de vertrekkende en aankomende veerboten. Iedere zaterdag , dagelijks in de ­­­vakanties en in de maanden juli en augustus rijdt er in de late uren een nachtbus op Terschel­ling.

De dorpen op het eiland worden met elkaar verbonden door de 15 kilometer lange Hoofdweg. Daarnaast zijn er enige zijwegen die leiden naar de strandovergangen. Voorts beschikt Terschelling over circa 83 kilometer fietspad en ongeveer 250 kilometer aan wandelpaden. De fiets is voor veel eilanders en toeristen dan ook het (vakantie-) vervoermiddel bij uitstek.

(Bron: www.terschelling.nl)